Gedicht van de maand mei door Sabine Alders-du Bosc
Meinacht – dichtregels uit een stille straat
Het Noorderlicht is langs geweest,
kosmische kleurrijk en hemels zacht.
Nu schijnt slechts de diepste donkerte
in deze sterrenloze nacht.
Ademloos stil.
Alleen de verste vingertoppen
van de bomen
verraden luchtstromen,
die mijn huid
niet voelt.
Zo is de kracht
van stilte
misschien bedoeld.
Nu hoor ik mijn hart
en mijn adem zucht
als zij mijn mond ontvlucht.
Het Noorderlicht is langs geweest.
Het water
als een spiegel.
De donkerte lonkt,
“Kom, kom maar naar de overkant”.
Watermuggen die kringen maken,
die ik aan zou willen raken.
Net als het lamplicht
gevangen in de rimpeling.
Het Noorderlicht is langs geweest.
Nu waakt een sterrenloze nacht.
Ademloos stil,
geen kikker, geen gans, geen eend die kwaakt,
totdat het vroege licht ze wakker maakt.
Hier spreekt zwijgzaam het levende land
en al het andere … staat op afstand.
© Sabine Alders-du Bosc
17 mei 2024