Hoeksche tegelkaarten

Na de gewone fleurige kaarten met Hoeksche dieren is er nu een Delftsblauwe tegel variant uitgebracht.

Het Hoeksche Waardse dialect was de inspiratiebron voor een set van acht ansichtkaarten in de vorm van in Delfts blauw uitgevoerde (papieren) tegels, ontworpen door de Oud-Beijerlandse beeldend kunstenaar Rien Olijslagers. De kaarten zijn inmiddels te koop in Museum Hoeksche Waard in Heinenoord.
Museumdirecteur Belle van den Berg nam de eerste kaarten in ontvangst. Zij vertelde de kunstenaar dat zij in haar nopjes is met de manier waarop dit project is uitgevoerd, in samenwerking met onder meer de werkgroep dialecten van het museum. Op de kaarten staan dieren die in het dialect spreuken debiteren.
Rien Olijslagers: ,,Ik had het idee om mijn Hoeksche Dieren te vereeuwigen in een variant in Delfts blauw, toen een vriend tegen me zei dat ik dat met Hoeksche Waardse wijsheden moest doen. Van de werkgroep dialecten kreeg ik een aantal originele zegswijzen en dankzij een andere vriend is het grammaticaal en qua spelling ook in orde gekomen.’’
Op een van de kaarten maken het Hoeksche boertje en boerinnetje hun debuut. Medewerkers van Museum Hoeksche Waard hebben geholpen bij de aankleding in klederdracht. ,,Het is eigenlijk een echt Hoeksche Waards project geworden’’, zegt Rien Olijslagers.
Boer en boerin laten weten: ,,As ’t brij regent heb iederêên ’n lepel nôôdeg.’’ (Als ergens veel behoefte aan is, is het vaak slecht te krijgen.) Andere uitdrukkingen, waarvan de vertaling achterop de ansichtkaarten staat, zijn onder meer, volgens de poes ‘Ok d’n Baaierlander îjje lijf?’ en volgens het paard ‘’t Is gêên Dorse raais.’ Ook kip, schaap, varken, koe en hond hebben op hen toegesneden gezegden in het dialect.
Volgens Belle van den Berg en Rien Olijslagers voegen de kaarten iets toe aan het aanbod van Hoeksche Waardse producten. Het ‘dialect project’ vloeit voort uit de dieren die Olijslagers had bedacht voor de Hoeksche Kaart. ,,De Hoeksche koe sloeg enorm aan en toen volgde de rest’’, aldus Olijslagers, ,,en overal waar je komt zie je dat mensen belangstelling hebben voor dit soort streekgebonden uitingen, dus waarom zou dat niet ook voor de Hoeksche Waard gelden?’’